397COC
Programma
Stedenbouwkundig onderzoek
Locatie
Molenbeek
Datum
2023 - 2024
Thema's
Stedelijk, Renovatie, Overheidsopdracht
Fase
Afgerond
Oppervlakte
Team
Responsible Young Architects (RYA), Cosmopolis - Centre for Urban Research (VUB), Speculoos, Oteas
Opdrachtgever
Gemeente Molenbeek en het Brussels Hoofdstedelijk gewest
Budget
AHC - As- en Huizenblok Contract
Het AHC is het laatste instrument voor stadsvernieuwing in het Brussels Gewest. Het is een aanvulling op de andere « Contracten » (Wijk-, Renovatie-, School-) die al lopen in de gemeente Sint-Jans-Molenbeek. Het doel van dit nieuwe instrument is om op hyperlokale schaal in te grijpen, binnen een zeer beperkt gebied. In Sint-Jans-Molenbeek gaat het om het blok begrensd door de Kortrijkstraat, Karperstraat, Oostendestraat, Vanderdussenstraat en de as Oostende. Dit blok en deze as zijn gekozen voor projecten om de verdichting tegen te gaan, de doorlaatbaarheid te vergroten, de bouwwerken te herkwalificeren en het gebruik te intensiveren.
Het AHC voorziet een budget van ongeveer 5 miljoen euro, geïnvesteerd van 2024 tot 2028, bedoeld om de levenskwaliteit te verbeteren van bewoners van de as, het huizenblok en de naburige gemeenschappen. Het programma zal projecten mogelijk maken zoals de aanleg van een nieuwe groene ruimte binnen het huizenblok, openbare voorzieningen, de herinrichting van een deel van de straten, evenals zogenaamde « sociaal-economische » initiatieven gericht op het ondersteunen van de bewoners via projecten voor sociale cohesie en initiatieven die verband houden met welzijn, cultuur en duurzaamheid. Het programma omvat ook een « participatief budget » voor projecten die rechtstreeks worden uitgevoerd door de bewoners in de perimeter.
Het wettelijke kader is dat van de Duurzame Wijkcontracten, maar dit « model » stelt ons in staat om na te denken over de ontwikkeling van specifieke regelgeving voor het "AHC". De prioriteit van dit AHC van de eerste generatie is dan ook om de specifieke kenmerken van deze striktere perimeter te begrijpen en ermee te werken. Het is essentieel om een nieuwe dynamiek van “burgerparticipatie” te creëren, daarom is het zo belangrijk om contact te leggen met de bewoners en gebruikers van de wijk, de as en het blok.

Een dicht en industrieel bouwblok
Een analyse van het richtplan van Molenbeek uit 1906, dat bewaard wordt in het gemeentemuseum, onthult het historisch belang van de industriële activiteit in het blok tussen de Oostendestraat, de Karperstraat, de Kortrijkstraat en de Vanderdussenstraat. Twee belangrijke kenmerken vallen op : de invloed van de oude weg die langs de Wissenstraat loopt en de tekenende aanwezigheid van de pakhuizen van H. Rigaux als illustratie van het economisch overwicht op de woningbouw in deze zone. De vestiging van de bedrijven Lochten, gefaciliteerd door de nabijheid van het Weststation, heeft een blijvende impact gehad op het stadsweefsel. Het bedrijf nam geleidelijk aan het midden van het huizenblok en verschillende strategische percelen in waar na verloop van tijd gebouwen werden opgetrokken, met name in de Oostendestraat en de Kortrijkstraat. Rondom ontstonden tal van ambachtelijke en industriële activiteiten, waaronder een zagerij, een schrijnwerkerij, een spiegelfabriek, meubelfabriek en vernis- en chemische fabrieken. Ingenieur Rigaux, een andere belangrijke speler, onderscheidde zich als gietijzerhandelaar, fabrikant van koperen machines en daarna als fabrikant van gasmeters. Zijn huis dient nu als hoofdtoegang tot het blok vanaf de Oostendestraat. We hebben deze ontwikkelingen kunnen traceren dankzij de Almanacs du commerce et de l'industrie, die een schat aan gegevens bevatten over inwoners, hun beroepen en evoluties in het gebruik van de stad.
De studie van het blok van het AHC belicht de historische verweving van huisvesting en economische activiteiten in het oude Molenbeek. Deze hybride context, gekenmerkt door een dicht samenwonen van particuliere woningen en industriële gebouwen, werpt cruciale vragen op voor toekomstige herontwikkeling. De progressieve de-industrialisatie van Brussel heeft geleid tot de reconversie van grote percelen in woningen of openbare voorzieningen, maar de gemeente blijft nood hebben aan werkplaatsen en logistieke ruimte. De wens om circulaire economieën te ontwikkelen toont ook de behoefte aan lokale verwerkings- en opslagruimtes.




De « Levende Tuin »
De « Levende Tuin » is een wijktuinproject dat is ontworpen om de hoeveelheid vegetatie te maximaliseren en tegelijkertijd faciliteiten te creëren die passen bij de positie binnen het huizenblok, rekening houdend met bodemverontreiniging. In het licht van de klimaatverandering en de biodiversiteitscrisis moet deze tuin de leefomgeving verbeteren en helpen bij de aanpassing aan extreme omstandigheden. Het evolutionaire en participatieve proces van het project zorgt ervoor dat verschillende mensen zich kunnen uiten en zich het project geleidelijk aan toe-eigenen. Het beheren van waterkringlopen en het vergroenen van gevels zijn ook sleutelelementen. Het project evolueert en betrekt bewoners bij alle fasen van het project : tijdelijke bewoning, projectontwerp en geleidelijke uitvoering.
Een multidisciplinair team
Dit project, ontwikkeld met een multidisciplinair team bestaande uit Cosmopolis, Speculoos, RYA en OTEAS, bevordert burgerparticipatie op lange termijn. Dit gebeurt in de vorm van groepssessies en individuele huis-aan-huisbezoeken, waarbij gebruik wordt gemaakt van deep canvassing. De hele aanpak is gebaseerd op een concreet verlangen om de grote milieu- en sociale problemen aan te pakken die de stad van morgen vorm zullen geven. Dankzij de bijna permanente aanwezigheid van het team in het veld, huis-aan-huisbezoeken en voortdurende dialoog, wordt de betrokkenheid van de burgers na verloop van tijd versterkt en worden individuele uitwisselingen gecombineerd met collectieve momenten.
Er is een specifiek budget gereserveerd voor participatieve ondersteuning om samen aan het project te bouwen tijdens de implementatie. Dankzij een participatief budget kan de tuin, die als onderdeel van dit project zal worden aangelegd en evolutief is ontworpen, na verloop van tijd verder worden ontwikkeld, samen met de omliggende faciliteiten.
Er wordt bijzondere aandacht besteed aan individuele ondersteuning voor bewoners, met als doel de levenskwaliteit in hun huis te verbeteren. Het project onderzoekt ook de mogelijkheid van gedeeld beheer van regenwater op schaal van een huizenblok, evenals de productie en het delen van lokale, hernieuwbare energie.