192GOU
Programma
Voorziening, Collectieve huisvesting
Locatie
Anderlecht
Datum
2015 - 2025
Thema's
Stedelijk, Renovatie, Uitgevoerd, Overheidsopdracht
Fase
Lopend
Oppervlakte
36 000 m²
Team
TVK, BESP, A+ Concept, Eureca
Opdrachtgever
Foyer Anderlechtois
Budget
€ 27 500 000
Renovatie van een modernistisch gebouw met 378 wooneenheden op een site die in gebruik is : vervanging van de balkons met isolatie van de schil en creatie van faciliteiten op de begane grond
Het geplooide gebouw in de Grondelstraat werd in 1976 gebouwd door de Anderlechtse Haard en biedt onderdak aan 378 gezinnen over een lengte van 95 meter. Het Grondels-project moest deel uitmaken van een modernistisch ensemble. Het BBP-ontwerp Grondels, opgesteld tussen 1968 en 1971, had als doel de ontwikkelingen rond het Albertplein te verbinden met de nieuwe gebouwen langs het kanaal in een radicale herontwikkeling van de arbeiders- en industriële wijk van Kuregem, maar werd gedeeltelijk opgegeven na de eerste oliecrisis. Met zijn 18 verdiepingen creëert dit "grote vrijstaande complex" een duidelijke breuk in het stadsweefsel.
Bij de opening was het Grondels-gebouw de trots van de bewoners, maar ondertussen lijdt het onder het wijdverbreide stigma dat aan woonblokken kleeft. De bijzondere vorm kan echter aanleiding geven tot een radicale verandering van dat beeld, omdat de plooi van Grondels, in tegenstelling tot andere gebouwen, niet reageert op de bestaande omgeving, maar zich onderwerpt aan het landschap door de oude bedding van de Zenne te volgen.
De renovatie van de gebouwschil, die werd versneld door de verslechtering van de oude balkons, was een kans om ruimere doorlopende terrassen te creëren waar bewoners weer kunnen genieten van een adembenemend uitzicht. De technische oplossingen werden ontworpen om eenvoudig en snel van buitenaf te worden uitgevoerd, terwijl de overlast voor de huurders die tijdens de werken aanwezig waren, beperkt bleef. De montage van prefab betonelementen, die zelfs dienst kunnen doen als permanente steiger, lost een aantal technische problemen in één keer op.
De balkons aan de gevel markeren een vernieuwde identiteit, waarvan de radicaliteit in overeenstemming is met het moderne ontwerp dat tevens de schaalverschillen corrigeert. De balkons plooiend van het naakte buitenvlak naar het naakte binnenvlak van de kolommen zijn zo verweven dat het een ritmisch spel van schaduwen oplevert. Bij elke hogere verdieping wordt de betonnen borstwering dikker om de bewoners te beschermen tegen het gevoel van de leegte, en de plooien strekken zich uit tot de hoofdplooi van het gebouw. Deze dubbele progressie verankert het gebouw in zijn omgeving en markeert de Brusselse skyline met de symbolische aanwezigheid van de rivier de Zenne in een majestueuze plooi.




Aangezien het Goujons-gebouw sinds de bouw in 1976 geen grote renovatiecampagne heeft ondergaan, biedt de noodzakelijke renovatie de gelegenheid om de toren te voorzien van een beschermende gevel. Deze is bedoeld om het comfort van de bewoners te verbeteren en hun energieverbruik voor verwarming aanzienlijk te beperken. Deze renovatie is tevens een unieke kans om de huurders te voorzien van royale en uitgesproken nieuwe balkons. Deze nieuwe leefruimtes geven het gebouw een nieuwe uitstraling en belichamen zijn vernieuwde identiteit, zowel op wijkniveau als op het niveau van de stad.
Na de bewoonde werf bood de herontwikkeling van de gelijkvloerse verdiepingen de gelegenheid om de bewoners nieuwe sociale ruimtes aan te bieden: drie woningen met weinig privacy maakten plaats voor een sportzaal, een gemeenschapsruimte en een uitbreiding van het medisch centrum, waarmee de plint van het gebouw opnieuw tot leven wordt gebracht.
Wat de Goujons-bar een bijzondere waarde geeft, is dat ze in de Zennevallei de symbolische aanwezigheid uitdrukt van de oerrivier van Brussel. Een unieke typologie voor een unieke ligging: de vouw weerspiegelt de oude meander van de begraven waterloop. Een gedwongen plooi, een plooi die zich fysiek manifesteert als een kreuk. De hoogte en de bruutheid van het volume krijgen een plastische en historische betekenis – niet via een vorm van monumentaliteit, maar via de uitdrukking van een geologische eigenheid.






